Het Centraal Aanspreekpunt Pensioen (CAP) geeft op haar website aan op welke wijze de BV afkoop van pensioen in eigen beheer in de aangifte loonheffing moet verantwoorden.
Afkoop en onderdekking
In het kader van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer (Wet uitfasering PEB) kan de DGA kiezen om zijn PEB af te kopen. In dat geval mag hij eerst zijn pensioen zodanig verminderen (afstempelen) dat de commerciële waarde van de opgebouwde aanspraken gelijk is aan de fiscale waarde ten tijde van de afkoop. De DGA en BV kunnen afspreken dat de BV de netto afkoopsom (dit is de fiscale waarde minus de loonheffing) niet zal uitbetalen maar schuldig blijft aan de DGA. Als de BV niet genoeg financiële middelen heeft om de vordering van de DGA na te komen (onderdekking) is de waarde van de vordering van de DGA lager dan de nominale waarde van de (netto) afkoopsom van het pensioen.
Volgens het CAP heeft de lagere waarde van de vordering die de DGA krijgt geen invloed op het - bedrag dat hij - in verband met de afkoop - als loon uit vroegere dienstbetrekking moet rekenen. Volgens het CAP biedt artikel 38o van de Wet op de loonbelasting (Wet LB) geen ruimte om voor het tot het loon uit vroegere dienstbetrekking te rekenen bedrag rekening te houden met de beperkte financiële middelen van de BV. Dit artikel omschrijft dat de waarde van de tot het loon te rekenen pensioenaanspraak gelijk is aan de afkoopwaarde minus de afkoopkorting. Deze bepaling biedt geen ruimte om voor het tot het loon uit vroegere dienstbetrekking te rekenen bedrag rekening te houden met de beperkte financiële middelen van de BV.
Afkoop en uitgestelde betaling
Als partijen overeenkomen om het pensioen van de DGA af te kopen en de BV de netto afkoopsom van het pensioen pas over twee jaar aan de DGA uitbetaalt geldt volgens het CAP het volgende. De BV moet de loonheffing als gevolg van de afkoop direct bij afkoop inhouden; en niet over twee jaar bij de uitbetaling. Door de afkoop wordt het pensioen op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip aangemerkt als loon uit een vroegere dienstbetrekking van de DGA. Het nieuwe artikel 38o Wet LB sluit volgens het CAP de toepassing van artikel 19b Wet LB (afkoopartikel) niet uit, maar maakt enkel een uitzondering voor de omvang van de grondslag voor de belastingheffing.
Conclusie
Het maakt dus niet uit wanneer de BV de afkoopsom uitbetaalt. De BV moet direct nadat de afkoop plaatsvindt loonheffing inhouden. De financiële positie van de BV heeft volgens het CAP geen invloed op de hoogte van de afkoopsom. Daardoor mag de BV bij de loonheffing geen rekening houden met een onderdekking van de afkoopsom die ze schuldig blijft aan de DGA. In een dergelijk geval van onderdekking kan de DGA wellicht beter kiezen voor de optie van de oudedagsverplichting (ODV). Immers als de BV geen middelen meer heeft om de ODV na te komen kan de DGA te zijner tijd een beroep doen op het niet voor verwezenlijking vatbaar zijn van deze rechten. Voor zover het recht niet voor verwezenlijking vatbaar blijkt hoeft de DGA geen belasting te betalen. Bij een afkoop met onderdekking wel.
Bron: https://www.aegon.nl/zakelijk/adfis-nieuws/uitfasering-peb-afkoop